Wie ik ben. Of was…
Het is vrijdagmiddag. Ik loop over de stoep naar huis. Mijn armen heb ik rond het boek geklemd dat ik van de meester mee naar huis mocht nemen. Het is zo’n mooi verhaal! Ik druk het boek nog wat dichter tegen me aan. Ik loop langzaam, stap voor stap. Mijn voeten lopen automatische altijd dezelfde weg naar huis. Ik ben me nauwelijks bewust van wat er om me heen gebeurd.
Ik bevind me namelijk in de toekomst. Nee, niet de toekomst al heel snel, niet over een paar jaar ofzo. Nee, de toekomst heel ver weg. Als deze wereld al helemaal verdwenen is, als er niets meer over is van wat er nu bestaat. Zo ver weg ben ik.
En in die toekomst waar ik nu dus ben, daar willen ze graag weten hoe het was, al die jaren geleden. Ze zijn onwijs nieuwsgierig hoe een meisje van 11 zo van school naar huis loopt. Wat doet ze? Wat denkt ze? Hoe ziet haar leven eruit?
Ik loop dicht langs de struiken naast de stoep en laat mijn hand langs de bladeren gaan. Ik stop bij een mooi groot blad en pluk die er af. Van het blad scheur ik elke keer een klein stukje af en laat dat op de grond vallen.
Later, in die hele verre toekomst, gaan ze dat dan vinden, die blaadjes. Dat spoor dat ik heb achtergelaten langs de weg naar huis. Ze zullen zich afvragen wie daar precies heeft gelopen, zich afvragen waar ik naar toe ging en nadenken over wat voor meisje ik was.
Voor de zekerheid strooi ik ook nog maar wat steentjes bij.
Zo, toekomst.
Hier was ik.