Lieve Prius

Lieve prius,

Ik zit op de bank in mijn kantoortje. Als ik opsta en uit mijn zolderraam naar beneden kijk zou ik je normaal gesproken zien staan. Ik weet dat ik nu alleen maar een lege plek zou zien. Ik weet het, maar kijk nog niet. Voor heel even wil ik vasthouden aan het gevoel dat je daar nog gewoon bent.

Dat je daar gewoon staat achter onze muur van vlinderstruiken. Met je deuk in het nummerbord, met je litteken van zwarte tiewraps op je achterbumper en met je strepen op de zijkant van die keer dat ik je te dicht langs een andere auto parkeerde. Ik zie je zo voor me staan: net een beetje scheef geparkeerd, met onze kat rollend in het zand naast je rechter voorwiel en een verloren herfstblaadje achter je linker ruitenwisser.

Ik denk aan al die mooie dingen die we samen hebben beleefd. Ik denk aan de keer dat we op weg naar vakantie in de file stonden en we keihard meezongen met de liedjes op de radio. Ik zie de kinderen op de achterbank in hun stoeltjes zitten, als baby, kleuter en nu als grote kinderen. Ik beleef opnieuw die keren dat je me een veilig plekje bood, terwijl ik scheurend over het gladde asfalt de tranen langs mijn wangen liet lopen.

Wat vonden we het spannend die dag dat we jou gingen halen en probeerden je voor de beste prijs te veroveren. Wat waren we blij toen we voor het eerst voelden hoe lekker hard je kon optrekken en wat moesten we lachen toen we erachter kwamen dat alle mede-prius rijders ergens in de vijftig waren. Je was niet bijzonder, niet hip en had een saaie zilvergrijze kleur, maar vrouw, wat reed jij lekker!

Ik zit op de bank in mijn kantoortje. Ik sta op en kijk naar de lege plek voor onze deur. Ik kan niet anders dan opnieuw een traantje wegpinken. Ik wil je bedanken voor al die keren dat je mij, Eelco en onze kinderen veilig van A naar B hebt gebracht. Ik weet dat je in theorie ‘maar een auto’ bent, maar mijn gevoel vertelt een heel ander verhaal. Ik ga je gewoon heel, heel erg missen…

Dikke kus,

Didy

Previous
Previous

Simmer

Next
Next

Collegiate shag