Missie geslaagd

IMG_1729.JPG

We zitten in losse groepjes mensen bij iemand op zijn zolderkamer. Ik ben net lid geworden van de studentenvereniging en zit midden in de introductietijd. We spelen spelletjes, kletsen en drinken bier. Ik heb werkelijk geen idee bij wie ik ben of waar in Utrecht het is. Gisteren fietste ik nog volledig de verkeerde kant op en was vervolgens drie kwartier bezig met het vinden van mijn kamer. Alles is nog zo nieuw: de stad, de studie en alle nieuwe mensen. Het is gezellig, chaotisch en verwarrend tegelijkertijd.

Op dit moment maak ik me nog geen zorgen over de terugweg. Ik heb betere dingen te doen. Terwijl ik half luister naar de gesprekken om me heen, scan ik langzaam alle jongens in de ruimte. Ik heb namelijk een missie. Ik wil graag een vriendje en dan eentje die langer bij me blijft dan mijn grandiose ‘record’ van twee maanden. Ik ben tenslotte alweer 20 jaar en het wordt nu echt hoog tijd heb ik besloten. Elke jongen die ik potentieel wel leuk vind sla ik rustig in me op en bewaar in het “mogelijke vriendje” potje. 

Jij zit ook in die kamer. Je lacht veel, bent rustig en hebt van dat prachtige rode haar. Stopte ik je toen al in mijn potentiële vriendjes potje? Ik weet het niet meer, want die avond had ik mijn focus op de jongen die schuin achter je zat. Je haalt me uit mijn gedachte met de briljante vraag: : “Wat is je schoenmaat?” “Hè?”, roep ik verbaasd. “Ja, dat is een van de introductievragen, dat moet je van iedereen weten.” Je zegt het zo serieus dat ik niet weet of je nu een geintje met me uithaalt of niet. Ik lach en focus me maar weer snel op iets anders.

De volgende avond sta ik vlak naast de bar een beetje voor me uit te staren. Dit weekend gaan we op kamp en ik weet nog niet zeker of ik er echt zin in heb. In mijn ooghoek zie ik je achter de bar staan en hoor Koen aan je vragen of je ook meegaat. Je bent nog afhoudend, maar zegt dat je je best gaat doen. Ik voel mezelf stiekem hopen dat je ja zegt. 

Het moment gaat echter voorbij, voordat ik mezelf realiseer dat het wel bijzonder is dat ik daarop hoop. Ik ben namelijk alweer afgeleid door een leuk gesprek met de jongen naast me. Hij is lang, knap en grappig en zit dus meteen in mijn ‘potentieel vriendje’ potje. We dansen, flirten en eindigen de avond zoenend bij onze fietsen. Ik heb opeens veel meer zin om de volgende dag op kamp te gaan.

Terwijl ik sta te wachten op de bus die ons naar het kamp zal brengen komt de lange jongen enthousiast op me afstappen. Iets te enthousiast. Hij pakt meteen mijn hand vast en begint tegen me te kletsen. Eh, wacht even. Dat ik 1 keer met hem zoen betekent nog niet dat we nu ‘samen’ zijn. Ik krijg het direct benauwd van zoveel aandacht en verzin een smoesje waarom ik echt even naar binnen moet. Gelukkig zijn we met een grote groep mensen en ik zorg dat ik hem zoveel mogelijk uit de weg ga. Niet heel netjes, maar hey, ik ben pas 20 en eh behoorlijk onervaren.

Dat jij ook mee bent op kamp, merk ik pas om 1 uur ‘s nachts. De drukte is me een beetje teveel geworden, de drankspelletjes maken me onzeker en ik probeer ook nog steeds de lange jongen te ontwijken. Ik had me teruggetrokken om mijn stapelbed en mezelf daarna streng toegesproken. Kom op Didy, als je nu al in bed gaat liggen ga je zeker geen nieuwe vrienden maken. Dus sleep ik mezelf naar de spelletjeskamer en laat me wat verloren aan 1 van de tafels zakken.

Net als ik begin te denken dat dit kamp echt niet beter gaat worden, kom jij de hal binnen strompelen. Je kijk wat wazig om je heen en herkent me dan. “Hé…. eh Madelief, toch? Ja , jou ken ik!”, roep je uitgelaten. Tevreden met je ontdekking, laat je je voor me aan de tafel ploffen en kijkt vrolijk mijn kant op. Je hebt net meegedaan met de bierestafette en je bent behoorlijk dronken. Ik moet hardop om je lachen en voor ik het weet zitten we uren met elkaar te praten. Sterker nog, we hebben pas door dat het al erg laat is, als we merken dat het buiten licht wordt. Net als er ergens diep van binnen iets bij me begint te branden, vertel je een verhaal over je vriendin. “Kut”, denk ik. “Heb ik dat weer”.

Toch is het vuurtje die nacht gaan branden en niet alleen bij mij, want de rest van het kamp kunnen we amper bij elkaar uit te buurt blijven. We doen niets, want ja, jij hebt een vriendin. Maar we zitten wel continu naast elkaar, raken elkaar af en toe per ongeluk aan en ik blijf maar naar je leuke lach kijken. In de bus probeer ik me te focussen op “Good will hunting”, terwijl ik al mijn energie nodig heb om te voorkomen dat ik je toch ga zoenen. 

Thuis aangekomen bel ik met mijn beste vriendin. “Ik heb eindelijk een echt leuke jongen ontmoet. Maar hij is bezet”, roep ik gefrustreerd tegen haar. We lachen erom. Het hoort erbij. Er zal vast wel weer een nieuwe leuke jongen opduiken. Eentje die me wel langer dan 2 maanden leukt vindt, eentje waar ik echt verliefd op word en die dan mijn vriendje wordt… Hij komt heus. En dat jij me ook leuk vindt, dat heb ik me vast verbeeld.

Ondertussen krijg ik je niet uit mijn hoofd. Ik blijf op de vereniging om me heen kijken of ik je zie. Ik wil met je praten, je hand vastpakken en nou ja, nog meer van dat soort dingen doen. Twee dagen later zit je plotseling naast me en kijkt me heel serieus aan. “Ik ben verliefd”, zeg je: “Op jou.” “Ik heb het uitgemaakt. Ik kan alleen maar aan jou denken!” Mijn hart klopt luid in mijn keel en dat kleine vuurtje wordt opeens een onwijze fik. Ik kijk je aan en krijg een glimlach op mijn gezicht die er de komende maanden niet vanaf te slaan is. 

Ik ben verliefd! En jij ook op mij...

Missie geslaagd.



Previous
Previous

Ik weet je

Next
Next

Ivoren toren