Spiegel
Spiegel
Ik sta voor de spiegel en kijk naar mezelf. Mijn blote zelf, in al haar glorie. Ik duw mijn buik uit en trek hem weer in. Ik blaas hem op en ben opeens weer zwanger. Ik draai mijn billen naar achteren en mijn borsten vooruit en voel me bijna sexy. Ik aai mijn zachte huid, beweeg mijn gezicht naar de spiegel en tel mijn pukkels.
Ik weet niet zeker wat ik voel. Ik hou van mijn lijf, steeds vaker. En als ik heel eerlijk ben haat ik haar ook. Ik weet dat ik niet goed voor haar zorg. Ik voed haar niet, maar vul haar om maar niet te hoeven voelen. Ik hou van dat warme, volle gevoel midden in mijn zijn en vul het keer, op keer, op keer. Hoe slechter, hoe beter.
Ik ben boos op mijn lijf. Voor al die keren dat ze mij in de steek liet. Voor de bevallingen waar zij niet wilde loslaten. Voor de jaren waarin ik mijn geloof in haar volledig verloor. Voor de manier waarop ze me al sinds mijn puberteit begrensd met pijn in de nek. Hoe ze elke keer als ik haar wil negeren, keihard aan de rem trekt.
Ik weet nog steeds niet zeker of ik haar wel kan vertrouwen.
En toch… Er is nog zoveel meer. Ik hou van haar rondingen, van haar durf en haar dans. Als de muziek een wordt met haar flow ben ik even in een andere wereld. Ik voel haar kracht en weet dat ze er altijd voor me zal zijn. Sterk, vol en onverbiddelijk. Maar ook zacht, mee wiegend en heel soms: vol overgave.
Ze laat me altijd weten hoe het is. Met mij, met haar, met ons.
Ik sta voor de spiegel en kijk naar mijzelf. Mijn blote zelf, in al haar glorie. Ik duw mijn buik uit en trek hem weer in. Ik blaas hem op en ben opeens weer zwanger. Ik draai mijn billen naar achteren, mijn borsten vooruit en voel me bijna sexy.