Utereg m’n stadsie

Utereg m’n stadsie

Vandaag loop ik weer door je straten. Mijn stadsie. Mag ik je eigenlijk nog zo noemen, nu ik al vijf jaar ergens anders woon? Of heb ik dat recht zelfs nooit gehad? Was ik er sowieso te kort om dat recht te vergaren? Dertien jaar lang was je mijn thuis. Je voelt vertrouwd. Als een jas die ik een paar jaar niet meer heb gedragen, maar die daardoor extra lekker voelt nu ik hem weer aan doe. Want Utrecht, Utrecht. Wat ben je toch prachtig!

Ik slenter van Vredenburgh langs het water de hele stad door en kom langs al die plekken waar mijn herinneringen voor het oprapen liggen. Langs de plek waar ik ooit over de herfstbladeren uitgleed en hard op de grond smakte. Wel of niet intoxicated door wat biertjes. Dat laat ik even in het midden. Langs Biton, waar ik mijn eerste vrienden maakte, waar ik leerde nooit met je rug naar de bar te gaan zitten en waar ik de liefde van mijn leven ontmoette. Langs het spoorwegmuseum waar ik jaren later met mijn twee jonge kinderen de treinen bewonderde.

Utrecht. Mijn stadsie. Mag ik je eigenlijk nog zo noemen? Ik ben hier niet geboren of getogen, maar je bent zeker de plek waar ik groot ben geworden. Vandaag doet het weer je geen eer aan. Het miezert, alles lijkt grauw en grijs, maar ik voel dat je leeft. Je bruist, je borrelt en je zoemt. Je straten vullen zich met steeds meer mensen. Het is zaterdag, ik loop door de mooiste stad van Nederland en de terrassen zijn weer open. Niets kan de pret nog drukken vandaag.

Ik geniet van heerlijke koffie in de Drieharingenstraat, lunch in de Voorstraat en een biertje of twee aan de Oude Gracht. Ik denk aan alle plekken waar ik woonde: mijn eerste kamer van vijf vierkante meter, het studentenhuis in Lunetten en het appartement dat ik samen met een vriendin huurde in Kanaleneiland. Het appartement dat aan ons werd onderverhuurd en waar we ooit uit bed werden gelicht, omdat de politie de eigenaar zocht.

Utrecht. Mijn stadsie. Ik hoop dat je zo mag noemen. Ik wentel me in jouw levendigheid. Je geeft me precies waar ik al maanden naar verlang. Je geeft me de glimlach van een prachtig verleden, de warmte van een goed gesprek en vernieuwde hoop op een mooie toekomst. Je laat me proeven aan een leven waarin we elkaar weer kunnen ontmoeten. Zonder barricades, zonder angst en vol vreugde.

Dank je wel Utrecht voor deze mooie dag.

Previous
Previous

Something’s coming

Next
Next

Keeping score