Was ik maar een kikker
Was ik maar een kikker
Ik lig in bed, in mijn eentje, op een fantastische plek. Mijn bed staat in een blokhut, de blokhut staat in een groot veld en het veld is omringd door nog meer leegte. Er zijn geen gordijnen, dus de laatste zonnestralen van de dag verlichten de ruimte. Ik ben moe, ik ging eigenlijk nog van alles doen, maar het bed had me te hard geroepen.
Ik zak weg in het dikke kussen en luister naar het oorverdovende concert van de kikkers buiten. Ze moeten met velen zijn, want het geluid is harder dan dat van de vliegtuigen die eerder over het veld vlogen. Waarom maken die kikkers nou zoveel lawaai? Wie moeten ze overstemmen? Of hebben ze werkelijk gewoon zoveel te vertellen?
“Was ik maar een kikker…”
Was ik maar een kikker? Waar slaat dat nu weer op. Ik met mijn rare gedachtes altijd. Was ik maar een kikker, nou ja! Wat is daar nu leuk aan?
“Ja, was ik maar een kikker…”
Ik ben hier op mijn zoveelste storytelling dag, op mijn zoveelste cursus, op de zoveelste plek waar ik elke keer opnieuw moet horen dat ik best mijn stem mag laten horen. Eerder vandaag schreef ik nog het tiende gedicht over dat ik nu toch echt precies dat ging doen: mijn stem laten horen. Nu echt dan he, echt helemaal. Ik word zelf een beetje moe van die terugkerende boodschap en -te zien aan het aantal likes- mijn volgers ook.
En toch. “Was ik maar een kikker.” Zat ik maar lekker in de sloot ongenuanceerd mijn verhaal te kwaken. Lekker hard, voluit en net zo vaak, totdat ik het ook zelf kan geloven. Had ik maar net als die kikker complete schijt aan wat een ander daar dan van vindt. Dacht ik maar net als ik die kikker: “Okay, jij kwaakt hard? Dan kwaak ik nog net wat harder!”
Ik luister naar de kikkers. Ik luister en hoor dat ze samen iets heel simpels vertellen:
Hier ben ik. Ik mag er zijn. Ik kwaak mijn mooiste lied.
En wie het horen wil, die luistert maar.
Echt, het deert me niet.
Ik luister en neem me plechtig voor om de kikker in mezelf wat meer ruimte te geven.
Ik schrijf mijn verhaal. Ik deel wat ik moet delen.
En jij, je mag reageren of juist niet.
Het kan me echt niets schelen.
En dat, dat stukje kikker in mezelf ga ik net zo lang herhalen totdat ik het zelf ook echt geloof.
Photo by Gary Tresize