Nat zand
We staan met onze voeten in zand.
Ik kan je niet vertellen hoe we hier terecht zijn gekomen, maar het was een lange weg. Het ijskoude water breekt bij elke golf tegen mijn schenen. Ik voel je aanwezigheid, maar onderdruk de neiging om je hand te pakken. Het kost me moeite om je los te laten, voel de drang om je gerust te stellen, iets te zeggen. Toch kies ik ervoor om voor me uit te kijken.
De lucht is donker, de wind waait steeds harder en de maan schijnt met een diepe urgentie. Terwijl de golven steeds hoger tegen mijn benen kaatsen voel ik de tranen opkomen. We zijn samen. Hier op dit strand en toch zijn we ook allebei alleen.
Ik werp een stiekeme blik opzij en zie je staren naar de zwarte horizon. Wat gaat er om in je je hoofd? Voel je mijn aanwezigheid of denk je nu aan haar? Snel richt ik mijn blik weer op de horizon. Niet aan denken, niet aan denken, niet aan denken.
Mijn voeten wiebelen heen en weer en ik zak langzaam steeds verder in het natte zand. Het wiegen van de golven geeft me rust. Heen en weer, heen en weer. Samen en alleen.