Schiphol
Schiphol
Ik ga je halen van Schiphol. Je komt naar Nederland voor een conferentie. Eén dag zal je hier zijn. Een ochtend, een paar uur, heb je tijd om mij te zien. ‘Zou ik je nog herkennen?’ Het is alweer jaren geleden dat ik je voor het laatst zag. ‘Natuurlijk ga ik je herkennen.’ Je lach staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Ik kan je sprankelende ogen zo voor me zien en moet lachen als ik denk aan je haar dat altijd vrolijk alle kanten op sprong.
De trein stopt in de tunnel onder Schiphol. Ik kom je halen met de trein, want een auto heb ik niet. Het slaat eigenlijk nergens op. Ik ben zenuwachtig. ‘Hoe laat komt je vliegtuig ook alweer aan? Ben ik te laat?’ Snel loop ik naar de aankomstborden en zie dat je net bent geland. Aankomsthal drie. Ik loop snel door, met een half oog op de bordjes. Onnodig, want ik ken de weg.
Ik voeg me bij de wachtende mensen. Durf niet helemaal vooraan te gaan staan. ‘Wat ga je van me denken?’. Ik ben ook ouder geworden, een beetje dikker en wat rustiger dan toen. Net afgestudeerd en zoekende wat ik wil met mijn leven. Naast jou voelde ik me altijd onbelangrijk. Je had zoveel ambitie, zoveel meegemaakt en zoveel drive om de wereld te verbeteren. Ik had en heb nog steeds geen idee.
Elke keer als de deuren openen, bonkt mijn hart nog net een slagje harder. Ik zie je nog niet. Ik check mijn telefoon om te zien of je een sms gestuurd hebt. Nee, niets. Ik draai me om naar de aankomstborden en controleer of ik goed heb gekeken. Ja, aankomsthal drie. Daar ben ik toch? Open en dicht, open en dicht, maar je bent nergens te bekennen.
Opeens sta je naast me. ‘Hoe kan dat?’ Je lacht. Je ogen zijn nog net zo sprankelend als al die jaren terug. We geven elkaar drie kussen. Ongemakkelijk, eerst twee en dan drie. ‘Ja, zo doen we dat in Nederland.’ Ik blijf naar je ogen kijken. Herinner me hoe je me aanraakte, ooit. De intentie van elke streling langs mijn huid, met zoveel aandacht en bedoeling. Ook die zal ik nooit vergeten. Ik krijg het warm.
Je lacht nog een keer en kijkt me vragend aan. ‘Eh, ja…’ Ik ruk me los van je blik, verleg mijn focus en beantwoord dan je vragende blik: ‘This way to the trains. Let’s go.’
Photo by Pedro Menezes on Unsplash