Ziekenhuis
Ziekenhuis
“Naar welk ziekenhuis wil je?”, vraagt de huisarts aan mij.
Naar welk ziekenhuis? Naar welk ziekenhuis? Mijn hersenen slaan binnen een seconde compleet op hol. Ik ken hier helemaal geen ziekenhuis. Ik heb geen idee. En hoe moet dat met Leila? Moet ik die dan meenemen? Welk ziekenhuis… Hoe erg is het dan precies? Had ik eerder moeten komen?
“Naar welk ziekenhuis wil je?”, vraagt de arts nog een keer. “Ik weet het niet”, zeg ik eerlijk. “We zijn net verhuisd.” Ik kijk verloren zijn kant op. Alex ligt op mijn schoot, helemaal slap, heel warm en lusteloos. Ik aai zachtjes over zijn haren. “Okay”, zegt de arts. “Weet je wat ik doe. Ik bel eerst naar de jeugdarts. Het is een ernstige longontsteking, maar misschien vindt hij het niet nodig dat Alex naar het ziekenhuis gaat. Momentje.”
Hij loopt de kamer uit. Ik slaak een diepe zucht en probeer mijn gedachten te kalmeren. Een ernstige longontsteking, daar hebben we gewoonweg niet aan gedacht. Hij hoest al een week of twee, maar niet heel erg. Ook is hij al een tijd een beetje ziekjes. Niets bijzonders voor een kind van vier. Alleen toen hij vanmorgen ook nog hoge koorts kreeg, ging ik toch maar naar de huisarts. Ergens had ik toch opgeslagen dat dat niet zo goed is. Maar een longontsteking...
Leila is ondertussen druk in de weer met een pop die vol met verband en pleisters zit. Ze heeft duidelijk niet echt door wat er aan de hand is. Eelco is in Amsterdam, dus die kan hier niet snel komen. Misschien kan ik mijn tante bellen en anders neem ik Leila gewoon zelf mee. Ik kan dit. Ik ben volwassen, ik ben moeder en dit hoort er nu eenmaal bij. De gedachten kalmeren me een beetje. Ik heb een plan.
Ik probeer verder niet te denken aan hoe ernstig deze situatie is. Dat mislukt direct. Kan hij nog veel zieker worden? Hoe gevaarlijk is een longontsteking eigenlijk? Gelukkig komt de arts weer binnen en maakt hij zo een einde aan deze niet helpende gedachtestroom. Hij gaat zitten en zegt: “Ik heb goed nieuws. De jeugdarts vindt het goed als Alex gewoon naar huis gaat. Hij krijgt hele sterke antibiotica mee en zou daar snel van moeten opknappen. Als het niet helpt moet u echter direct naar het ziekenhuis.”
Thuis geef ik Alex de medicatie en leg hem in bed. Leila zet ik voor de tv en zelf sluip ik stilletjes naar boven. Daar in mijn eigen kamer laat ik mijn emoties even los. Ik huil met grote halen en kruip onder de deken. Tien minuten later raap ik mezelf weer bijeen. Ik zoek uit naar welk ziekenhuis we kunnen in geval van nood, bel Eelco om te vertellen wat er is gebeurd en ga er vanuit dat hij me gerust zal stellen met zijn altijd troostende: “Komt goed, schat. Alles komt goed.”