Verhaaltje voor het slapengaan
Verhaaltje voor het slapengaan
Inmiddels staan er veertig verhalen, gedichten en/of anekdotes van mij op mijn facebookpagina. Ik ben over een derde van mijn eigen challenge (100 verhalen in 150 dagen). Niet helemaal in een derde van de tijd, maar goed je kan niet alles hebben. Uiteindelijk schud ik die verhalen natuurlijk in no time uit mijn mouw en plaats ik er zo twee per dag. Toch? Toch?! Het klinkt sowieso nu al best lekker: veertig verhalen. En het klinkt ook als nog best veel: zestig verhalen. Ik hoop oprecht dat ik straks een echte verhalen verzinmachine ben en een grote inhaalslag op de tijd kan maken.
In mijn directe omgeving is het niemand ontgaan dat ik mezelf een uitdaging heb gegeven. Ik zucht, steun en kreun met enige regelmatig: “Waar moet ik nu weer over schrijven?!” Zo ook toen ik twee dagen geleden met mijn zoon van acht jaar een wandeling langs de korte vliet maakte. Hij vroeg me hoe het ging met de verhalen en ik zei heel eerlijk dat ik even niet wist waar ik over moest gaan schrijven.
“Huh? Maar jij vertelt altijd zomaar verhalen tegen ons. Die verzin je toch ook gewoon?”, zegt hij verbaasd. Ik zie aan zijn gezicht dat hij even bij me checkt of ik geen grapje zit te maken. Hij is blijkbaar volledig overtuigd van mijn verhalen verzin vermogen en heeft geen enkele twijfel of ik dat wel zou kunnen.
Ik wil in eerste instantie vooral protesteren: “Ja, maar…. Dat zijn gewoon maar verhaaltjes voor het slapen gaan. Die gaan nergens over en hebben geen duidelijke lijn of verhalenstructuur.” Of wat ik eigenlijk wil zeggen: “Daar heb ik niet diep over nagedacht, dus die zullen wel niet goed zijn.”
Gelukkig slik ik de woorden in, voordat ik ze hardop tegen mijn zoon uitspreek. Ik liet heel even dat vervelende stemmetje van binnen weer eens het hoogste woord voeren. En dat stemmetje heeft een hoop te zeggen over mij als schrijver: “Je doet maar wat. Je hebt te weinig ervaring. Je schrijft over te normale dingen. Je schrijft niets bijzonders. Je bent niet goed genoeg.”
Je bent niet goed genoeg.
Je bent niet goed genoeg.
Je bent niet goed genoeg.
Fuck, wat heb ik dat vaak tegen mezelf gezegd. Op welk gebied dat ik maar bedenken kan. Zo vaak zelfs, dat deze conclusie zo gewoon voor me was, dat ik hem zelf niet eens herkende. Automatisch, ingegraveerd en altijd maar weer bevestigd door alles wat ik meemaakte. Dacht ik, wist ik en voelde ik. Elke dag opnieuw. Als een onbewuste waarheid die alles in een donker licht plaatste
Deze dag is echter anders. Ik zie het blinde vertrouwen in de ogen van mijn zoon en moet lachen om zijn enthousiasme. Hij heeft verdomme gelijk. Ik zuig ze ook zo uit mijn duim. Ik heb hier talent voor. Verhalen stromen als bloed door mijn aders. Als ik er echt voor ga zitten, mijn innercriticus even pauze geef en me laat meevoeren door mijn eigen fantasie, dan komen ze altijd. Geen uitzondering. Altijd.
Als ik ‘s avonds mijn kinderen naar bed breng en ze een verhaal vertel, dan hoef ik al die stappen niet eens te zetten. Dan is de weerstand weg. Dan voel ik geen druk en ben ik sowieso goed genoeg voor mijn meest dankbare publiek. Dan klinkt nergens: Je bent niet goed genoeg. En ja dan komen de meeste fantasievolle verhalen: over het kalfje dat op zoek ging naar de plek waar de zon achter de horizon verdween, over de twee poesjes die voor het eerst op samen op avontuur gingen of over de kleine draak die geen vuur kon spuwen.
Ik denk aan alle verhalen die nog in de oneindige krochten van mijn hersenen verborgen zitten en opeens voelen die zestig verhalen helemaal zo zwaar niet meer. “Je hebt gelijk schat”, zeg ik. “Het komt helemaal goed met al die verhalen.” “Ja”, zegt hij. “Ik heb anders nog wel een idee voor je. Je kan een verhaal schrijven over een wereld waar de konijnen de baas zijn. Er is een draak die wordt bestuurd door een robot en de mensen die er wonen zijn allemaal blauw.”
“Wat een prachtig idee, schat. Daar kan ik wel wat mee.” Ik geef hem een knuffel en samen kletsen we verder over deze wonderlijke wereld met bazige konijnen, robotgestuurde draken en blauwe mensen. Wie weet schrijf ik er binnenkort wel eens een verhaaltje over.